Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Hoor ons, mijn heer! gij zijt [8]een vorst Gods in het midden van ons; begraaf uw dode in de [9]keure onzer graven; niemand van ons zal zijn graf voor u weren, dat gij uw dode niet zoudt begraven. 8. Dat is, met wien God is, gelijk bov. hfdst.21 vs.22, of een prins Gods, dat is, een voortreffelijk heer en vorst. Zie boven hfdst.13 vs.10. 9. Dat is, in de beste, uitgelezenste der graven. Verg. Jer.22:7.